woensdag 3 december 2014

Je bent wat je eet

Gezien de populariteit van kookboeken (Jeroen Meus, Pascale Naessens, …. ) leek het een goed idee om deze titel te gebruiken. Het gaat hier namelijk niet over eten maar wel over identiteit.
Onze school doet mee aan een Comenius project. Eén van de doelstellingen hiervan is het creëren en/of verdiepen van de Europese identiteit. Dit lijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Wat is eigenlijk de Europese identiteit?
Het begrip culturele identiteit is een ingewikkeld begrip. Het is wetenschappelijk moeilijk definieerbaar (het is moeilijk scherp te omschrijven) en draagt een zware historische en actuele belasting met zich mee (zie vb. Hitler en het hedendaags racisme). Een poging om het vast te pinnen maakt gebruik van bijvoorbeeld de volgende vijf begrippen: genen (hoe zien we eruit?), geografie (wat is ons land?), geschiedenis (wat maakten we in het verleden mee?), taal (welke taal of talen spreken we?) en materiële cultuur (wat heeft onze cultuur voortgebracht?).
Passen we deze vijf toe op de Europese cultuur dan wordt het soms moeilijk.
Anderson Benedict probeerde uit te leggen hoe mensen tot een gemeenschap behoren. Hij spreekt over “verbeelde gemeenschappen”. In gedachten behoren we tot een gemeenschap op basis van verbeelde eigenschappen en gedeelde referenties. Hoewel we elkaar niet allemaal kennen is er onderling wel een binding. Kijk maar wat er gebeurt als de rode duivels naar een WK gaan. Mensen die elkaar van haar noch pluim kennen, vliegen elkaar om de hals als de rode duivels winnen. We voelen ons dan meestal een “echte Belg”. Deze verbeelde, gedeelde gemeenschappen ontstaan volgens hem via de massamedia. Door zich op een massapubliek te richten of door te generaliseren en burgers als het publiek te adresseren slagen de massamedia hierin. Vergelijk maar eens het nieuws dat we aangeboden krijgen in Vlaanderen met dat in Wallonië en beide met dat in vb. de VS.
Volgens Anderson werd de creatie van ingebeelde gemeenschappen mogelijk door printkapitalisme. Kapitalistische entrepreneurs drukten hun boeken en media in de landstalen om de oplage te maximaliseren, in plaats van exclusieve schrifttalen, zoals Latijn. Als gevolg daarvan konden lezers, die verschillende lokale dialecten spraken, elkaar begrijpen en kon er een gemeenschappelijk discours ontstaan. Anderson betoogt dat de eerste Europese natiestaten zo gevormd werden rond hun "nationale druk-talen".
“Europa” probeert zelf ook bij te dragen aan het ontstaan en/of verdiepen van deze Europese identiteit. Er wordt een verklaring afgelegd over de Europese identiteit, als onderdeel van politieke samenwerkingsregelingen en goedgekeurd door de ministers van Buitenlandse Zaken en dit reeds in 1973.  De bouw van een huis van de Europese geschiedenis moet dit vandaag verder gestalte geven.. Dit museum moet de kennis van de eigen geschiedenis en Europese identiteit verbeteren. Op die manier zou ook het gevoel van een Europese identiteit moeten vergroten. Oorspronkelijk was de opening voorzien voor 2014, maar het is verschoven naar 2016. Allerlei praktische problemen duiken op. Dit ligt niet alleen aan de vertraging die is opgelopen bij de verbouwingen. Minstens even belangrijk zijn de inhoudelijke discussies over de rol en betekenis van een dergelijk museum.
Conclusie: het is niet simpel. Zomaar bijdragen aan een Europese identiteit lijkt moeilijk. Hoewel ik me erop betrap te spreken over een Europese manier van leven, een Europese cultuur wanneer ik op vakantie ben in een niet-Europees land zoals de VS. Vergelijk maar de moeilijkheid die Obama ondervindt om de zogenaamde “Obama care” in te voeren (een ziekteverzekering voor iedereen). Als we dit vergelijken met onze manier van werken, voel ik me toch Europeaan. We hebben trouwens een Europese vlag, een Europees volkslied, een verdrag van Lissabon dat een grondwet moest vervangen. Hoewel de inwoners van Europa zichzelf wel eens omschrijven als Europees, blijft de nadruk liggen op de nationale identiteit. Als we de laatste Europese verkiezingen uit 2014 bekijken, merken we dat de Eurosceptische politici bovendien talrijker zijn geworden in het Europees parlement. De voorstanders van een Europese identiteit hebben dus nog werk aan de winkel.